KORTE BIOGRAFIE
Geboren: 1957 te Ezinge, Nederland
Opleiding:
1978 – 1984 Academie Minerva te Groningen (studierichting schilderkunst en grafische kunst, docenten Piet Pijn en Matthijs Röling)
2012 – 2014 Academie Minerva te Groningen (docent Beeldende Kunst en Vormgeving)
Woont en werkt sinds 2018 in Valthe en was tot 2024 kunst-docent bij Esdal College te Emmen.
Ben Kersaan, biografische notities.
Ben Kersaan, geboren 1957 in Ezinge in de provincie Groningen, werd opgeleid in traditionele vormen en technieken tussen 1979 en 1984 en begon als schilder en tekenaar van stillevens en landschappen in olieverf en potlood. Er werd over hem, door recensenten in de kranten, geschreven dat hij behoorde tot de groep van ‘Noordelijke Realisten’. De meeste kunstenaars uit die groep zijn docenten en hun studenten van ‘Academie Minerva’, de kunstacademie in de stad Groningen. Bens werk karakteriseerde zich als impressionistisch realisme en onderscheidde zich door het kleurgevoel en een kwalitatieve en relativerende aanpak, als een soort ‘anti-realisme’. Woorden van Eric Bos, kunstrecensent van het ‘Nieuwsblad van het Noorden’.
In een aantal jaren volgen tentoonstellingen in de regio: stillevens, mythische dieren en landschappen in tekeningen en in schilderijen. De cirkel van leven en dood is ook vaak een onderwerp in het werk.
Zijn ontwikkeling als beeldend kunstenaar kan niet echt als een lineaire weg en Ben Kersaan’s kunst kan niet gekaderd worden tot slechts één stijl.
De eerste paar jaren had Ben Kersaan enig groeiend succes met zijn stillevens en landschappen. In 1991 verandert de aard van zijn werk zoals getoond werd in zijn laatste vroege tentoonstelling die de titel kreeg “Tien maal ademen om deze vleermuis te zijn”: 320 herhaalde tekeningen van één en dezelfde vleermuis. De boodschap was ‘hoe iemand zou kunnen kijken om te zien, door, in zekere zin,te kruipen in hetgeen getekend wordt, om het object als het ware van binnenuit te voelen, bijna te worden, het gaat om een ernstige aandacht voor het object, een techniek die Ben “Kijken-Tekenen” noemde, die deels beïnvloed wordt door zijn interesse in het Zen-Boeddhisme. Voor Ben is het een benadering die lijkt op de koan, het raadsel waarin vaak een schijnbare tegenstelling zit en die gegeven wordt door de Roshi, de Meester, aan de Zen-student. Tussen 1987 en 1992 gaf hij cursussen in deze techniek.
Toch was Ben Kersaan onzeker over zijn werk en het leven als beeldend kunstenaar doordat er niet genoeg geld binnenkwam voor zijn groeiende gezin. Ook was er een gevoel van teleurstelling en enige weerstand om deel uit te maken van een kunstwereld die, voor hem, geleid werd door jaloezie en grote monden en galeriehouders die hem probeerden te vertellen welke kunst hij wél en welke kunst hij níet zou horen te maken.
In de zomer van 1992 kreeg Ben een baan als onderwijzer aan de Montessori basisschool in Emmen in de provincie Drenthe. Dit werk, tezamen met het bouwen aan een woning voor zijn gezin, soms met behulp van vrienden, maar voor een groot deel met z’n eigen handen, zorgde ervoor dat er nauwelijks tijd was om kunst te maken. De behoefte aan creativiteit werd gevuld door het vinden van allerlei oplossingen voor allerlei problemen en anderszins, die zich tijdens het bouwen voordeden. Na acht jaar nam Ben de stap naar het middelbaar onderwijs, waar hij wiskunde en Nederlands gaf en waar ook enkele uren tekenonderwijs waren. Als Ben in 2012 voor een tweede keer naar Academie Minerva gaat voor een Bachelor-studie in Kunsteducatie en Design, om daarmee een voltijdsbaan als kunstdocent te verkrijgen, is de boodschap van een van de docenten tot hem “Je bent niet alleen al een goede docent, maar zie en onthoud ook dat jij ook een goed beeldend kunstenaar bent!” Het was deze opmerking die ervoor zorgde om een nieuwe start met schilderen te maken, nu met heel wat meer zelfvertrouwen.
Hij was toen eigenlijk al begonnen met een discipline om minstens elke dag een tekening te maken van kleine objecten: een dood blad of een dood insect enzovoort, met Oost-Indische inkt, als een oefening in z’n Kijken-Tekenen. Hij maakte ook een enkele grote schilderijen van paarden naar oudere schetsen en die hij maakte met behulp van papier-maché in reliëf, enigszins gelijkend op de prehistorisch schilderingen op wanden van oude grotten. Het was een antwoord op een vraag over originaliteit of authenticiteit en anderzijds op het idee dat de tegenwoordige beeldende kunstenaars allen op de schouders van onze voorgangers staan, teruggaand naar de meest oude tijden van de mens.
In 2014, terwijl de discipline van minstens-één-tekening-per-dag blijft bestaan en daarnaast een aantal landschapschilderijen in olieverf in een meer impressionistische stijl, verdwijnt het figuratieve beeld van de paarden uit de grote schilderijen. De focus ligt op het reliëf, de kleuren en de glans als van keramische glazuur voor de verfhuid, gemaakt met acrylverf. Ben noemt de serie schilderijen ‘Glazuren’. De afmetingen worden nog wat groter, maar zouden toch beter bekeken kunnen worden vanaf een kleinere afstand; de werken kunnen ons doen herinneren aan Mark Rothko.
Hoewel het werk uiterlijk verder naar abstract veranderd, blijft de waarneming, het kijken, het reageren op wat gezien is, zeer belangrijk. Je zou kunnen zeggen dat Ben Kersaan niet slechts één stijl heeft, je zou zijn werk eerder eclectisch kunnen noemen, in zowel stijlen als in technieken. Beide, figuratie en abstractie, laten zich gelijktijdig zien. Ben zegt het zo te willen houden. Grote gemene deler lijkt zijn gevoel voor kleur te zijn. Eerder noemde Eric Bos, de criticus die de naam ‘Noordelijke Realisten’ had ‘uitgevonden’, dit expliciet toen Ben Kersaan z’n eindexamententoonstelling van de kunstacademie had.
Ben’s kunst gaat van bescheiden figuratief impressionisme tot kleurrijk expressionisme, van kleine tekeningetjes van insecten en bescheiden stillevens tot grote color-field-achtige ‘Glazuren’ waarbij het alleen nog om kleur en textuur gaat.
En daarnaast zijn er de monumentale schilderijen voor zijn ‘Palestina-project’ uit 1916/17. Dan is er weer sprake van figuratie. Herkenbaar zijn Picasso’s “Guernica”, “De verschrikkingen van de oorlog” van Rubens, Steven Spielberg’s film “Schindler’s List” en de Palestijnse dichter Mahmoud Darwesh van zijn bundel “Hálat Hisár”(“Onder Beleg”), beginnend met de regel “Wanneer de vliegtuigen verdwijnen vliegen de duiven op…”. De vier grote schilderijen (samen even groot als Picasso’s Guernica”) + een doos met titelkaartjes (om moment en plaats van een Israëlische aanval in de titel iedere dag te wisselen) zijn tezamen genoemd: “Is dat Oom Mohammed die daar ligt?
(+datum+plaats)”, samen vijf delen, vormen één kunstwerk. Het werk is geïnspireerd door het verhaal van één van z’n leerlingen op school, Serah Shat, een Palestijns meisje, over een Israëlische aanval op Tel al Hawah in Gaza in 2014. Het huis waar Serah woonde werd daarbij vernietigd en de man die zij Oom Mohammed noemde werd gedood….. – Ben Kersaan heeft vrienden aan beide zijden: zowel Palestijnen als Joden; zijn wens, als mens en als Boeddhist, is dat er vrede voor de hele wereld mag zijn!
De mogelijke oorzaak van zoveel verscheidenheid in het werk zal zijn dat er ook zoveel invloeden zijn. Natuurlijk zijn er zijn docenten Piet Pijn en Matthijs Röling op Academie Minerva geweest, beide realistische schilders, die Ben wezen op kleuren en op de Italiaanse Renaissance. Twee andere docenten, Wim van Veen en Hans Heeren wezen Ben Kersaan op de schilders en de houtsnijders van het Verre Oosten, zoals Sengai en Hiroshige, en op het Zen-Boeddhisme.
Na zijn examen van de kunstacademie kreeg Ben ook belangstelling voor de prehistorische grotschilderingen zoals die van de Grotte de Chauvet in de Franse Ardèche. Beide, de inktschilderingen van het Verre Oosten, die al honderden jaren gemaakt worden en die onderwezen worden in boeken zoals het 17e eeuwse Chinese ”Chieh Tzǔ Yüan Hua Chuan”, The Mustard Seed Garden Manual of Painting, en Shozo Sato’s ‘The Art of Sumi-e’, samen met de oude grotschilderingen, gaven Ben antwoorden op vragentekens die hij plaatste bij woorden als ‘originaliteit’ en ‘authenticiteit’. In de loop van de tijd komen daar invloeden bij van de Nederlands-Amerikaanse Frederick Franck, Frans Dille, een Belgische graficus, Rik Wouters en James Ensor, ook Belgen, de Franse impressionist Claude Monet, Vincent van Gogh, Joseph M.W.Turner, Mark Rothko,verrassend genoeg misschien Marc Chagall, een andere Minerva-docent: de lyrisch expressionist Martin Tissing, Giorgio Morandi, Antoni Tàpies, Robert Motherwell, Nicolas de Staël, Josef Albers, de Japanner Sanzo Wada, Howard Hodgkin, de portretten van Edvard Munch, ongeveer in soort volgorde van verschijnen aan Ben.
Een ongelukkige val in maart, de dag voor de eerste Corona-lockdown en de daarop volgende operatie aan een gebroken nekwervel in juni 2020, zorgde voor een verandering in de grootte en de materiaalkeuze in Bens werk. Hij kon niet meer z’n grote ‘Glazuren’ in acrylverf maken, en óók niet de kleine tekeningetjes met pen en inkt; hij kon er niet de juiste lichaamshouding meer voor maken. Maar terwijl hij vanuit z’n fauteuil naar de TV keek maakte hij ‘notities’ op post-it-blaadjes van de wazige achtergronden op het beeldscherm en werkte die vervolgens, staande aan de keukentafel, uit met kleurige Sennelier oliepastels. Er waren twee jaren van herstellen voor nodig om weer wat groter te kunnen werken: in het verleden had hij tweedehands schilderijlijsten gekocht, maakte er nu panelen in om op te schilderen en tegelijkertijd ook op de lijsten zelf, met acryl en nog steeds aan dezelfde keukentafel. Dat begon in het vroege voorjaar van 2022 en een aantal van die schilderijen zijn geïnspireerd door de oorlog in Oekraïne, die omstreeks diezelfde tijd was begonnen.
In het voorjaar van 2024 begon Ben Kersaan met het maken van bijna levensgrote van-top-tot-teen portretten van vrienden en familieleden. Hij had voorheen nooit het idee een portrettist te zijn. De portretten die Edvard Munch van zijn vrienden schilderde waren voor Ben een uitdaging om het toch ook eens te proberen. En ook weer is hij het landschap rondom zijn huidige woonplaats Valthe gaan tekenen en schilderen: het agrarische landschap dat ontstaan is in de Middeleeuwen en zelfs in prehistorische tijden. Terug dus naar de herkenbaarheid.
In oktober 2024 wordt hij voor zijn oeuvre in Barcelona onderscheiden met de Velazquez & Goya Prize 2024, die wordt gegeven als “a mark of recognition awarded to all artists who have distinguished themselves over the years with their artistic research and the stylistic value of their works of art”.
Ben woont en werkt in Valthe in een voormalig schoolgebouw.