oliepastels

Oliepastel-tekeningen 2020

De val van een ladder in maart 2020, de dag vóór de eerste Corona-lockdown, en de daarop volgende operatie in juni aan een gebroken nekwervel, zorgde voor een verandering in formaat en de keuze van materialen in mijn werk. Ik kon de grote ‘Glazuren‘ niet meer maken, noch de kleine pen-en-inkt-tekeningetjes van insecten. Ik kon simpelweg de houding en de bewegingen niet meer maken. Ik moest veel rusten en keek vanuit m’n fauteuil naar de persconferenties omtrent Corona-ontwikkelingen, terwijl ik ‘notities’ op ‘post-its‘ maakte die gingen over de vormen en kleuren in de wazige achtergronden van de TV-beelden. Die werkte ik vervolgens uit met kleurige Sennelier oliepastels. Die waren nieuw voor mij en ik tekende op bruin Kraft-pakpapier, staande aan het platte oppervlak van mijn keukentafel.

Hoewel deze tekeningen op het eerste gezicht heel abstract lijken, zijn ze dus in feite alle gemaakt naar de waarneming. De compositie van de kleurvlakken werd bepaald door het zichtbare beeld van de wazige achtergronden. Het is waar, dat ik de keuze maakte welke delen ik interessant vond in vorm en kleur

De meeste van deze tekeningen zijn op Kraftpapier gemaakt, bruin pakpapier dat al eens eerder was gebruikt, soms niet netjes rechthoekig, maar met gescheurde hoeken, de formaten variëren rond de 15×15 cm. Meestal zijn de tekeningen ‘Zonder titel’, met een toevoeging van de datum, een enkele keer worden de (meest duidelijk) gebruikte kleuren genoemd.

Een Iraanse collega, Abbas Mirzaei, noemde dit werk “poëtisch expressionisme” en, hoewel in mijn beleving honderd procent naar de waarneming getekend, denk ik toch wel dat hij gelijk kan hebben

Oliepastel-tekeningen 2021

Diezelfde ‘stijl’-naam “Poetisch Expressionisme” mag dan gegeven worden aan een serie andere pasteltekeningen die op de eerdere volgde. Ook hier was het reageren op mijn waarneming, op wat ik zag, deel van het proces, maar wel anders.

De bron van deze tekeningen is nogal triviaal: ze zijn gemaakt op de kartonnen verpakkingen van (als eerste) dozen van de muesli. Verschillende merken gebruiken verschillende kleuren voor hun verschillende smaken: bijvoorbeeld blauw voor noten, groen voor appel, rood voor fruit. Dit gaf me de gelegenheid om een hele serie tekeningen te maken, waarbij ik kon reageren op de reeds aanwezige kleuren door die met tonen van vergelijkbare kleuren te overdekken, waar ook alle gedrukte tekst onder verdween.

Ik vond het lastig dit werk titels te geven. Ik noemde ze ‘Zonder titel’ gevolgd door een opsomming van de gebruikte kleuren, soms met een datum, maar ik voegde ook een soort ‘code’ toe. Die code ontstond op een al even triviale wijze: het zijn de merken van de muesli-fabrikanten (Quaker ok ‘IMY’, naar I love MY cereals); ‘reverse’ staat voor werken op de achterkant van de verpakking; ‘ook’ betekent ‘op de kop’, waarbij ik het karton onderste boven draaide.

In gesprek met Morandi, Albers, Wada en Tissing“-serie 2022

Aan het einde van 2021 kwam er weer een volgende verandering. Het begon met de advertentie in een tijdschrift voor een soort PIN-pasje. Het was slechts een kleine afbeelding en ik deed er hetzelfde mee als met de mueslidozen: ik kleurde over het plaatje heen, reagerend op de kleuren die al aanwezig en verdeeld waren in verticale kleurstroken.

Toevalligerwijs hadden de bovenzijden van de dozen met rijst in mijn keuken dezelfde afmetingen als de afbeelding van de advertentie: 8×12 cm. De rijstdozen zijn van karton, minder kwetsbaar dus dan het tijdschriftenpapier van de advertentie…

Ik begon met het kleuren, weer met oliepastel, van delen van de kartonnen rijstdozen, niet beslist en alleen de bovenzijden, maar ik koos en sneed bepaalde tukken uit, steeds 8×12 cm, en maakte ook hier verticale banen van vaak ingehouden kleuren tegen een niet-echt-witte achtergrond.

De rijen van deze vaak teruggehouden verticale banen deden me denken aan de schilderijen van Giorgio Morandi. De kleuren herinnerden me ook aan Martin Tissing, één van de docenten van de Academie Minerva te Groningen, waar ik als student wel was, maar nooit les van hem had gehad. Hij stond bekend als expressionist, met een volkomen andere stijl van werken, dan die ik destijds had en het werd me door Piet Pijn, een andere docent, ontraden om lessen bij hem te volgen. Helaas heb ik Martin Tissing nooit goed leren kennen; hij kreeg een ongeluk met z’n fiets, dat hem fataal werd, niet lang nadat ik hem vele jaren later toevallig ontmoette in het café-restaurant van mijn broer, ook in Groningen

Een andere toevalligheid was, dat ik enkele boeken vond over Josef Albers en van de Japanner Sanzo Wada. Voor mij voelde het alsof de ‘beeldenschat’ van alle vier kunstenaars bij elkaar kwam in de kleine oliepasteltekeningen die ik had gemaakt. Het leek alsof of ik met hen in gesprek was geweest…

error: Content is protected !!