glazuren
Glazuren 2013-2019
Op een zeker moment, ongeveer 2013, zat ik voorheen vijfde of zesde paardenschilderij te schilderen aan z’n achterhand, ik zat er vlak vóór. Zo werkend had ik eigenlijk geen enkel overzicht over het hele schilderij, de afstand was soms minder dan dertig centimeters. Waar ik naar keek was de textuur van het reliëf, de kleur en de glans van de acrylverf waarin ik aardig wat glanzend medium had gedaan om te kunnen glaceren. De verflagen van transparante kleuren over kleuren maakte een diepte die ik niet van te voren had voorzien, maar die me bijzonder beviel. “Waar heb ik die figuratieve voorstelling nog voor nodig?”. vroeg ik mezelf, “als dit er al zó aantrekkelijk uitziet?”. Het leek bijna op het glazuur dat je bij keramiek wel tegen kunt komen. Zo werd het een nieuw onderwerp om te onderzoeken…: kleur, textuur en glans.
Ik noemde deze voor mij nieuwe stijl van schilderijen “Glazuren” en die je niet vanaf een grote afstand moet bekijken om de diepte van de tot meer dan 20 lagen glanzende acrylverf te kunnen zien. Er zijn enkele schilderijen van meer dan drie meter breed, de breedste zijn 1,2×5,5 meter grote veelluiken. Daarbij kun je wellicht denken aan de “Waterlelies” van Claude Monet. Door vanaf niet zo ver te kijken, kun je het gevoel krijgen bijna omringd of zelfs opgenomen te worden door de kleuren. Ik denk dat het vergelijkbaar zou kunnen zijn met wat een museumbezoeker kan ervaren die een schilderij van Mark Rothko bekijkt op de manier zoals het, volgens mij, bedoeld is
Het maken van de eerste van deze grote abstracte, colorfield-achtige schilderijen viel samen met mijn nieuwe begin alsbeeldend kunstenaar, iets dat ik voor de tijd van een jaar of twintig van me weg had gehouden, omdat ik niet deel had willen uitmaken van de kunstscene en de keuze, die ook economisch was, daarom maakte om als leraar te gaan werken.